Zangeres Maciré Sylla groeit op in de danscultuur van Conakry, de hoofdstad van Guinee. Ze wordt professioneel danseres in Soleil d’Afrique, maar het is Bruno Camara die haar zangtalent ontdekt en haar opneemt in de groep Fatala. Een gezelschap dat vanuit Nederland toert over de hele wereld. Sylla neemt daarna vier solo cd’s op met als vijfde ‘Talitha’.

De muziek van Maciré Sylla is doorspekt met de mandingo. In 1958 werd Guinee onafhankelijk van Frankrijk. De muziek maakte een enorme ontwikkeling door: er kwam meer muzikale vrijheid op radio & T.V., musici namen hun albums op buiten Afrika en toeren door West Europa werd een stuk eenvoudiger. Een belangrijke band uit die periode was Bembeya Jazz die werkte vanuit de Bembeya Jazz Club in Conakry. De groep experimenteerde met populaire ritmen, gebruikte elektrische instrumenten en voegde blazers toe. Zo ontstond de mandingo pop. Het concept had succes en Bembeya Jazz toerde over de hele wereld en werd enorm populair.

Maciré Sylla gaat verder in deze mandingo traditie met haar vijfde cd ‘Talitha’. Ze heeft een prachtige uitstraling met een flexibele stem, krachtig en gedurfd, met een aandoenlijk hees randje waarmee ze een beetje knijpt in de hoogte. Haar melodieën zijn fris, liggen gemakkelijk in het gehoor maar zijn soms wel wat voorspelbaar. Ze sluiten in zekere zin aan bij de muziek van Rokia Traoré, maar zeker bij Angelique Kidjo (Benin). De begeleidingen zijn hecht en compact maar blijven Afrikaans tegen een degelijke pop achtergrond: we horen latin-jazz flavours in ‘Roni’, reggae in ‘Oublier’, gospel in ‘Fredyo’ (youtube onder) en zelfs hiphop grooves in ‘Massa‘ met rapper Jonas. Gespeeld op westerse instrumenten en aangevuld met de kora (West Afrikaanse harp), balafon (marimba) en de n’goni (Afrikaanse banjo). Maciré Sylla verweeft de Afrikaanse muziek op ‘Talitha’ tot innemende mandingo pop voor een breed publiek.

Maciré Sylla groeit op bij haar grootmoeder in het dorp Tayiré. Al snel valt ze op met dansen en zingen tijdens de dorpsbijeenkomsten. Als ze tien jaar is, verhuist ze naar Conakry waar haar moeder woont en wordt ze lid van Soleil d’Afrique, een professioneel dansgezelschap. In 1989 valt ze op tijdens een song contest en wordt ze door Bruno Camara (van de percussie groep Africa Djolé) gevraagd voor zijn groep Fatala. Een gezelschap dat werkt vanuit Nederland. Van 1988 tot 1992 maakt ze tournees met Fatala over de hele wereld. Eenmaal terug in Guinee, formeert ze met de Zwitserse fluitist Cédric Asséo in 1994 het ensemble Djembé-Faré (‘Drum-Dans’) en neemt ze met deze groep de eerste cd op. Later volgen er nog vijf solo cd’s van Maciré Sylla, met als vijfde ‘Talitha’. Tegenwoordig woont ze in Zwitserland (Genève) met Cédric Asséo.

Hieronder een opname van de percussiegroep Fatala, waar Maciré Sylla deel van uitmaakte van 1988 tot 1992. (Opname uit de ‘Ver Van Mijn Bed Show’)

  • Maciré Sylla: ‘Talitha’ (Djembé-Faré/Pure Song)

© Mattie Poels.