Eind 2024 kwam het album Kowli Vâr uit van het Toranj Quartet. Twee Iraanse en twee Italiaanse musici spelen een uitgekiende collectie nieuw gecomponeerd werk.

English version below

De Iraanse muziek zit diep geworteld in het collectieve geheugen van de bevolking en is een uiting van het alledaagse leven. Toen in 2021 de musici Hosna Pârsâ en Vahid Hâjihosseini vanuit Iran naar Italië vluchtten, namen zij natuurlijk hun muziek mee, die ze verder ontwikkelde in hun nieuwe thuisland. Ze gaven concerten en Hâjihosseini en Pârsâ componeerden nieuw werk dat nu te vinden is op het album Kowli Vâr. Het duo wordt bijgestaan door de percussionisten Giovanni Lo Cascio en Paolo Modugno, die ook studie-eigenaar is waar de composities verder werden ontwikkeld en de cd werd opgenomen.

Hosna Pârsâ bespeelt de kamancheh (soort viool) en Vahid Hâjihosseini de santur (dulcimer). De muziek uit Iran is eenstemmig en modaal, dat wil zeggen dat er vanuit tonaliteit wordt gecomponeerd via toonladders, de modi, die weer gerangschikt zijn in de gusheh, kleine motieven, gespeeld op de kemancheh en de santur. De thematische muziek zit vol improvisatie, dynamiek en wordt gespeeld in veel verschillende maatsoorten die voortdurend worden afgewisseld. Deze afwisseling wordt op de voet gevolgd door de percussie op o.a. tombak, udu en daf. Dat maakt de muziek boeiend en aangrijpend, zeker als de vocalen van Petra Nachtmanova worden toegevoegd in Bad-I Saba Dost Eline Varirsan (Anatolisch lied) en het lied Navâi. Een compositie die gebaseerd is op een melodie uit oost Iran. Deze liederen klinken openhartig, oprecht en dragen een schitterende trotse signatuur in zich.

Dat geldt ook voor het stuk Taksim_E Fattâneh. Een (soort) intro, innemend gespeeld op de ûd (Arabische luit) door gastmuzikant Peppe Frana, die ook het stuk componeerde en een opmaat is voor het heerlijk ritmische Fattâneh. Zoals gezegd, de meeste werken zijn gecomponeerd door Pârsâ en Hâjihosseini, zoals Goftegou I en Goftegou II, waarin we een uitgelezen combinatie horen van santur en kamencheh. Hierin voeren beiden instrumenten een intiem gesprek met elkaar: strelend, liefkozend, soms in een innige omhelzing. Deze muzikale intimiteit wordt voortgezet in het titelstuk Kowli Vâr, waarin Pârsâ en Hâjihosseini krachtig worden bijgestaan door de percussionisten Lo Cascio en Modugno en het Toranj Quartet uitblinkt in briljant samenspel.

English version

At the end of 2024, the album Kowli Vâr by the Toranj Quartet was released. Two Iranian and two Italian musicians play a sophisticated collection of newly composed works.

Iranian music is deeply rooted in the collective memory of the population and is an expression of everyday life. When the musicians Hosna Pârsâ and Vahid Hâjihosseini fled from Iran to Italy in 2021, they took their music with them, of course, which they further developed in their new homeland. They gave concerts and Hâjihosseini and Pârsâ composed new pieces that can now be found on the album Kowli Vâr. The duo is assisted by the percussionists Giovanni Lo Cascio and Paolo Modugno, who is also the studio owner where the compositions were further developed and the CD was recorded.

Hosna Pârsâ plays the kamancheh (a type of violin) and Vahid Hâjihosseini the santur (dulcimer). The music from Iran is monophonic and modal, which means that it is composed from tonality via scales, the modes, which are again arranged in the gusheh, small motifs, played on the kemancheh and the santur. The thematic compositions are also full of improvisation, dynamics and are played in many different time signatures that are constantly alternated. This alternation is closely followed by the percussion on, among others, tombak, udu and daf. That makes the music fascinating and moving, certainly when the vocals of Petra Nachtmanova are added in Bad-I Saba Dost Eline Varirsan (Anatolian song) and Navâi. A composition based on a melody from eastern Iran. These songs sound open-hearted, sincere and carry a wonderfully proud signature.

This also applies to the piece Taksim_E Fattâneh. A (kind of) intro, charmingly played on the ûd (Arabic lute) by guest musician Peppe Frana, who also composed the piece and is a prelude to the wonderfully rhythmic Fattâneh. Like said before, most of the works were composed by Pârsâ and Hâjihosseini, such as Goftegou I and Goftegou II, in which we hear an exquisite combination of santúr and kamencheh. In these compositions, both instruments have an intimate conversation with each other: caressing, affectionate, sometimes in a deep embrace. This musical intimacy is continued in the title piece Kowli Vâr, in which Pârsâ and Hâjihosseini are powerfully supported by the percussionists Lo Cascio and Modugno and the Toranj Quartet excels in brilliant interplay.

  • Toranj Quartet: Kowli Vâr (Liburia/ Xango)

© Mattie Poels.